Cv-kachels en cv-pelletkachels

Cv-kachels en cv-pelletkachels zijn al enkele jaren aan een opmars bezig.

Een standaard kachel zal namelijk een goed geïsoleerde woning vaak te veel opwarmen, wat het regelen moeilijk maakt. Je kan een cv-kachel kiezen die weinig warmte afgeeft aan de omgeving, maar veel warmte aan het water.

De warme rookgassen zullen met behulp van een warmtewisselaar het water opwarmen.
Deze systemen worden in België en Nederland momenteel nog niet zo vaak toegepast maar in andere landen wel al langer.

Een pelletkachel is het meest eenvoudig om aan te sluiten op de centrale verwarming. De aansluitingen zijn eigenlijk net als deze van een condensatieketel. Wanneer de temperatuur te hoog zou worden, zal de kachel gewoon automatisch uit schakelen.

Voor een cv-houtkachel is het anders. Deze kan namelijk niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer de temperatuur te warm zou krijgen.
Hierdoor moeten wel enkele voorzieningen aanwezig zijn op de plaats van de kachel: een netspanning (230V), cv-toevoer en afvoerleidingen, stadswater toevoer voor de temperatuurbeveiliging en een sanitair afvoer.
Door die vele nodige voorzieningen is het iets moeilijker om zo’n kachel te integreren.

Een cv-houtkachel sluit je best niet direct aan op de centrale verwarming, je moet gebruik maken van een buffervat.

Met duidelijke schema's je cv-kachel aansluiten doe je aan de hand van de
cursus centrale verwarming. Nu nog tijdelijk aan kortingsprijs!

Een standaard houtkachel zal tussen de 60% en 80% van de geproduceerde warmte afgeven aan de productie van warm water. Dit maakt het systeem ook zeer interessant voor goed geïsoleerde woningen, waar een standaard kachel zonder cv-aansluiting, de woning te snel zou oververhitten.

Naast de gewone kachels bestaan er ook accumulatiekachels met zo’n warmtewisselaar. Door de trage warmteafgifte is bij dit soort kachels oververhitting van het systeem bijna onbestaande.
Een accumulatiekachel zal ongeveer 50% van zijn warmte afgeven aan de productie van warm water. Hierdoor zal deze sneller afkoelen, waardoor je reeds na 12u opnieuw moet stoken in plaats van na 24u.

De grootte van het buffervat is ongeacht de soort kachel zeer belangrijk. Wanneer je elke dag de kachel redelijk kort aanlegt om het buffervat te verwarmen, neem je het best niet te groot. Een laag volume kan sneller op de gewenste temperatuur geraken.
Wanneer je niet of bijna niet stookt in de week maar in het weekend zeer veel kan stoken, neem je best een groot buffervat zodat het zijn warmte gedurende vijf dagen kan behouden.