Systeem D

Natuurlijke ventilatie is niet in alle situaties mogelijk, bijvoorbeeld in een lawaaierige buitenomgeving, of in lokalen zonder ramen, of omwille van reuk, … . Het kan ook voorvallen dat bij renovatie het niet mogelijk is de afvoer van lucht natuurlijk te laten verlopen door verticale schouwen of ventilatiekanalen.
In die gevallen kies je voor een volledig mechanische ventilatie.

systeem DMechanische ventilatie is een gecontroleerd systeem, met andere woorden de hoeveelheid lucht die de woning in- en uitgaat kan perfect worden afgestemd op de ventilatiebehoeften.

Het nadeel is dan dat je ganse ventilatiesysteem energie verbruikt, hoe zuinig de ventilatoren ook zijn.

Voor het beperken van het energieverlies kan je niet alleen de warmte recupereren zoals bij een balansventilatiesysteem. Ook de keuze van de luchtkanalendragen daartoe bij.

Op onderstaande figuur kan je duidelijk zien dat het systeem D niet altijd zuiniger is dan het systeem.
Hiervoor moet het systeem zijn uitgerust met een warmtewisselaar. De warmtewisselaar zorgt er voor dat de koude toevoerlucht opgewarmd wordt met warme afvoerlucht. Een warmtewisselaar kan een rendement hebben tot ± 95 %. De invloed van een warmtewisselaar op het E-peil kan
afgelezen worden op onderstaande figuur.
Er werd een halfopen eengezinswoning gebruikt als voorbeeld.

 Ventilatie E peil

Mechanische ventilatie of systeem D voorziet net als de andere systemen in drie handelingen:

  • het toevoeren van verse lucht (mechanisch)
  • het laten doorstromen van de lucht door de woning
  • het afvoeren van vocht en vervuilde lucht (mechanisch)

De toevoer van verse lucht gebeurt op een gecontroleerde wijze.
De toevoeropeningen kunnen afgesteld worden op een gewenst toevoerdebiet. Bij dit systeem zorgt een ventilator (verbonden aan een kanalensysteem of rechtstreeks in de wand) voor een permanente toevoer van lucht.
De toevoer gebeurt het best via 'droge ruimten' zoals slaapkamers, woonkamer en dergelijke.

Voor woonkamers mag buitenlucht worden gebruikt en/of gerecycleerde lucht afkomstig uit slaap-, studeer-, speelkamers, gangen, trapszalen en halls van dezelfde woongelegenheid.
Er mag dus bijvoorbeeld geen lucht aangezogen worden uit een gemeenschappelijke traphal. Voor slaap-, speel- en studeerkamers is alleen de toevoer van buitenlucht toegelaten.
Het is noodzakelijk via doorvoeropeningen in of onder deuropeningen of in de muren luchtcirculatie mogelijk te maken doorheen de woning. Dergelijke roosters zijn het best akoestisch dempend.
Via een kanalensysteem voorzien van afvoermonden wordt het vocht en vervuilde lucht afgevoerd met behulp van een ventilator.
Dit kanalensysteem mondt uit in een schoorsteen of ventilatiekanaal. Deze lucht wordt aangetrokken vanuit de zogenaamde 'natte ruimten' zoals de keuken, de badkamer en de wc via afsluitbare roosters.

Balansventilatie is niet zomaar een mechanische ventilatie. Via de klassieke ventilatie- en verwarmingssystemen dreigt echter vaak veel energie verloren te gaan. Dit kan je vermijden dankzij een balansventilatiesysteem met warmterecuperatie.
Bij de balansventilatie wordt de lucht aan- en afgevoerd door elektrische ventilatoren. De koude aangevoerde lucht wordt opgewarmd door de warme afgevoerde lucht.

Dit systeem betekent dat je open systemen voor verluchting en verwarming moet vermijden worden in het ontwerp. Open systemen zorgen ervoor dat er een rechtstreeks contact is tussen de buiten- en binnenruimte (zoals zelfregulerende roosters, kieren en spleten, stookketels die lucht aantrekken uit de ruimte waarin ze opgesteld staan).Voor het beperken van het energieverlies kan je niet alleen de warmte recupereren. Ook de keuzen van de luchtkanalen.
Warmteterugwinning gebeurt met lucht/lucht warmtewisselaars en door een goede dimensionering van het ventilatiedebiet. Hierdoor kan je het warmteverlies enorm beperken. De meest performante warmtewisselaars hebben een temperatuurrendement van 90 %. Dit betekent dat verse buitenlucht van 0 °C wordt voorverwarmd tot 18 °C indien de afgevoerde lucht een temperatuur heeft van 20 °C.